PERS & RECENSIES

Goodreads Nieuwsblad De Standaard Het Laatste Nieuws Kunsttijdschrift Vlaanderen

Goodreads, Ief Stuyvaert, 20/03/2021 ****

Later, als ik met pensioen ben, schrijf ik een boek. Een uitspraak die ik mensen vaak hoor doen, maar zelden zie waarmaken.
Tot nu.
Inge Sierens deed het. En ze deed dat goed.
Hoe heerlijk nostalgisch zijn de scènes die zich in de jaren '70 situeren. Hoe geweldig 'juist' slaagt Sierens erin om kleine herinneringen zo te beschrijven dat je ze instant herbeleeft. Ik kon de neiging om mijn naam in letterkoekjes (dank u, Sinterklaas!) te leggen maar nauwelijks onderdrukken.
Als je dan ook nog eens zelf in Gent woont (in de Blekerijstraat, die bij naam wordt genoemd), kan de herkenbaarheid niet meer stuk.
De gezellige warmte maakt echter al snel plaats voor de demonen die in Elly's hoofd, maar vooral in dat van haar moeder huizen. De waanzin sluipt langzaam de fantastisch getitelde hoofdstukken binnen. Trojka hier, trojka daar. De wolven liggen overal op de loer.
Springen in de tijd, veranderen van perspectief, veelvuldige verwijzingen naar literatuur en film - het houdt het tempo hoog.
Alleen naar het einde toe dooft het boek een beetje uit, net als het vuur in Elly's kachel.
Net als haar verborgen relatie.
Het verhaal snakt een beetje naar adem.
Naar Adam.
Maar laat je dat vooral niet weerhouden om dit voldragen debuut te lezen.
Inge Sierens schreef een boek.
En ze deed dat goed.

Top

Nieuwsblad, John Vervoort, 14/12/2020 ****

‘De mens is in staat om zichzelf veel wijs te maken.’

Inge Sierens is een grote naam in het Vlaamse tv-landschap. Bij de VRT werkte ze mee aan iconische programma’s als Het huis van wantrouwen, Morgen maandag en Schalkse ruiters. Bij Woestijnvis stond ze mee aan de wieg van De mol en andere kijkcijferkanonnen. Nu schreef ze haar eerste roman met de mooie titel Blauw dat wemelt.

Door haar drukke job als producer bij de VRT en later Woestijnvis had Inge Sierens weinig tijd om zich te wijden aan die andere liefde: schrijven. Die job heeft ze altijd met veel passie gedaan. “Ik ben als prille dertiger eerder toevallig bij de VRT begonnen als productie-assistente bij Het huis van wantrouwen. Ik ontdekte een fascinerende wereld. Daarna kreeg ik de kans om mee te werken aan spraakmakende programma’s als Schalkse ruiters en De mol. Ik kijk met heel veel trots terug op die programma’s.”
“Die job slorpt je zo op dat er geen ruimte is om daarnaast nog te schrijven. Een producer moet vooral orde scheppen in de chaos. Je moet constant beslissingen nemen en brandjes blussen. Als je op het einde van de dag merkt dat de machine toch heeft gedraaid, geeft dat een groot gevoel van voldoening. Ik ben heel dankbaar dat ik intens heb kunnen samenwerken met getalenteerde mensen die passioneel met hun job bezig zijn. Ik hou van mensen die de lat hoog durven te leggen. Sinds 2012 ben ik vooral bezig met de planning op middellange termijn. De oplossingen die je moet vinden voor de problemen zijn minder acuut. Daardoor werd mijn leven wat overzichtelijker en kreeg ik tijd om te schrijven. Ik had voordien al een manuscript geschreven maar dat is nooit gepubliceerd. Aan dit boek ben ik in 2015 begonnen.”

Overlevingsstrategie. De inhoud van Blauw dat wemelt, dat draait rond Elly en de complexe relatie met haar disfunctionele moeder en een eerste grote liefde met de oudere Adam, zit dicht op de huid van de auteur. Toch is dit geen therapeutisch boek waarin iemand haar traumatische jeugd van zich afschrijft. “Elly is Inge niet, haar overlevingsstrategie is anders dan de mijne. De episodes uit de jeugd van Elly en haar moeder zijn wel geënt op wat ik heb beleefd. Mensen uit mijn omgeving zullen verhaalelementen en personages zeker herkennen, maar zoals ik ook in het nawoord zeg is dit boek vanuit een liefde geschreven.”
“Een centraal idee is dat gebeurtenissen uit het verleden nooit herinnerd worden zoals ze echt zijn gebeurd. De realiteit kun je niet meer terughalen. Trouwens, wat is realiteit? Hoe je terugkijkt op je verleden verandert naarmate je ouder wordt en andere ervaringen opdoet. Ik wilde ook laten zien dat een mens soms zijn eigen leugens gelooft en in staat is zichzelf veel wijs te maken. Zo verwijs ik naar het volledig verzonnen verhaal dat mijn moeder ooit schreef en waarin ze vertelt dat ze de dochter is van een kapitein op de lange vaart. Toen ik dat herlas vroeg ik me oprecht af of mijn moeder dat echt geloofd heeft. Mijn moeder was diep ongelukkig. Ik merkte dat natuurlijk op en probeerde dat recht te trekken, wat een kind eigenlijk niet moet doen. Wat de bron is voor dat intense verdriet heb ik nooit gevonden.”

Associatief. Blauw dat wemelt is geen rechtlijnig verhaal, maar verspringt meermaals in de tijd. De vroegste scènes spelen zich in 1970 af, de laatste in 2015. Het sleuteljaar is 1990, wanneer de moeder van Elly sterft. “Ik ben heel onzeker geweest of ik die verschillende verhaallijnen wel moest mengen. Wellicht vraagt het van de lezer in het begin wat meer inspanning. Ik wilde vooral laten zien dat een mens eerder associatief dan rechtlijnig of chronologisch denkt.”
Sierens werkt al aan een volgend boek. Wat de tv betreft, is ze ook optimistisch. “In Vlaanderen wordt schitterende tv gemaakt, of het nu fictie, human interest of entertainment is. Ga in Italië maar eens voor de tv zitten, daar is het droefenis troef. Ik ben bevoorrecht geweest dat ik met geweldige tv-makers heb kunnen werken. De opvolging is verzekerd, want de generatie die klaarstaat is minstens even getalenteerd. Ik ben er zeker van dat de Vlaamse tv de kijkers ook in de komende jaren zal verrassen.”

Bliksemschichten uit een andere tijd. Blauw dat wemelt vertelt het verhaal van Elly, die onderschriften vertaalt bij films. Twee figuren uit haar verleden spoken nog altijd door haar hoofd: haar labiele moeder, die in de psychiatrie belandde waar ze elektroshocks kreeg en Adam, de oudere man die op haar zeventiende haar eerste grote liefde wordt.
Blauw dat wemelt draait rond de “bliksemschichten uit een andere tijd” die vanuit het verleden steeds weer oplichten en het leven ontregelen. Sierens schrijft sterk over emoties zonder sentimenteel te worden en mengt ernst met humor. Sommige scènes zijn hilarisch, bijvoorbeeld wanneer ze beschrijft dat Elly een tijd lid was van een feministische groepering die “de slechtst gepoepte wijven van de stad” waren.

Top

De Standaard, Joke Van Caesbroeck, 16/01/2021

Man in a boat, Ron Mueck, 2002

Elke zaterdag toont iemand ons zijn favoriete beeld: het werk dat altijd opnieuw beroert, troost of inspireert. Vandaag: Inge Sierens.


‘Het is wat ik het meeste heb gemist in strenge lockdowntijden: een museum bezoeken. Al die virtuele alternatieven zijn fijn, maar niks komt in de buurt van de ware kijkervaring. Voor een beeld staan, of kijken naar een schilderij, en dat tot jou laten komen in de ruimte waar het staat of hangt. Om nog maar te zwijgen over de rol van de curator: hoe die een tentoonstelling opbouwt, en zo een eigen verhaal vertelt. Het is de curator die maakt dat je door iemands ­leven een reis kunt maken aan de hand van iemands werken.’
‘In 2013 waren mijn man, mijn zoon en ik in Parijs. Daar komen we wel vaker, maar het was de eerste keer dat we de Fondation Cartier ­bezochten. De gevel van dat gebouw is trouwens een van de eerste verticale groengevels. Prachtig, maar ik had geen idee dat ik helemaal van de kaart zou zijn van wat er achter die schone gevel te zien was: de toen lopende expositie van Ron Mueck. En al helemaal niet te voorspellen was mijn reactie op dat ene beeld, in een donkere kamer, met een spot op de man. De man in de boot.’

© Annie Viannet / Belga

‘Mueck is vooral bekend van zijn spectaculaire uitvergrotingen: A girl, die hyperrealistische baby van vijf meter groot, is wereldberoemd. Maar uitvergroting is niet de essentie van zijn werk, hij bepaalt zijn schaal heel gevoelsmatig, wat dus ook een verkleining kan opleveren. Zijn dode vader stelde hij bijvoorbeeld voor als een figuur van maar een paar tientallen centimeter groot.’
‘Ook deze man is slechts zestig à zeventig procent van zijn ware grootte. Dat maakt hem – los van zijn blik en zijn naaktheid – nog kwetsbaarder in die boot van zeker vier meter lang. En het is niet te geloven hoe levensecht hij eruitziet. Mueck gebruikt zelfs zijn eigen haren om zijn figuren er zo waarachtig mogelijk te laten uitzien. Normaal gezien voel ik nochtans wat weerstand tegenover hyperrealisme, in schilderijen bijvoorbeeld zegt het me zelden iets. Maar toen ik deze man in zijn boot zag, was ik van de kaart. Er stond op dat moment weinig volk bij het werk, en mijn man en mijn zoon liepen elders in het museum rond. Maar ik, ik keek en barstte in tranen uit.’
‘Ron Mueck wordt in de artistieke wereld niet door iedereen als een monument gezien: het is gemakkelijk om zijn beelden af te doen als ­Efteling-achtige figuren. Tot je er in het echt voor staat, en zijn werk je werkelijk onderuit haalt. De fragiliteit van die man, naakt en afgedreven van de wereld, met zelfs geen riemen of andere instrumenten meer om hem vooruit te helpen, treft denk ik elke mens in zijn kern: de angst voor extreme eenzaamheid, voor de ontreddering, en voor het niet meer vooruit kunnen op eigen kracht. Mueck raakt daarmee aan iets heel fundamenteels in elk van ons.

Top

Het Laatste Nieuws, Ann-Marie Cordia, 23.02.2021

© Guy Kokken

‘Regelmaat is een tegengif voor de chaos in mijn hoofd.’

Moment van schepping. “Ik geloof in de eerste ochtendgedachte. Na een nacht van 7 à 8 uur slapen, wanneer je problemen verwerkt, ontwaak je soms met betrouwbare inzichten. Dat kan iets kleins zijn, over je persoonlijke of professionele leven. Ik ben net met pensioen en in de periode dat mijn opvolgster aan het overnemen was, stond ik bijvoorbeeld op met een gevoel van vertrouwen, dat ze het goed zou doen. Ook aan dromen hecht ik belang. Niet dat je droomt over een slang en dat die dan staat voor zus of zo, maar vaak kom je later, al associërend, bij de echte betekenis. Vannacht droomde ik over een scheldende Gordon Ramsay, al weet ik nog niet wat dat wil zeggen.” (lacht)
“De ochtend houdt een belofte in. Het is het moment van de schepping, al klinkt dat nogal groot. Ver in de toekomst kijken kan niemand, enkel in die stretch die in het bereik van de dag ligt. De kleur blauw die je ziet vlak voor de zon opkomt, herinnert daaraan en geeft me een veilig gevoel. Pick yourself up, dust yourself off and try all over again. Dat idee. Je kan elke dag herbeginnen. In de ochtend ben ik het productiefst.”

Dicht op mijn vel. “Ik was altijd al gedisciplineerd. En als ik iets niet graag doe, dan zet ik de timer. Dat doe ik al sinds mijn studententijd. Ik studeerde van 9 tot 12, van 13 tot 16 uur en van 18 tot 20 uur en dan was ik klaar. Die regelmaat heb ik niet van thuis mee – integendeel. De kindertijd van Elly, het hoofdpersonage uit mijn roman met haar chaotische jeugd, zit erg dicht op mijn vel.”
“Ook ik had een labiele moeder die een verleden bij elkaar had verzonnen. Bepaalde gebeurtenissen uit het boek heb ik echt meegemaakt. Zoals wanneer de moeder met een jerrycan benzine het huis binnenkomt. Ze giet een straal uit over de tegelvloer in de woonkamer, wandelt tot in de keuken en badkamer, en steekt die in brand. Ik omschrijf het als een blauwe slang die wegglipt en hoewel dat beeld duidelijk in mijn hoofd zit, weet ik niet zeker of het er werkelijk zo uitzag. En ook niet of het tot het einde van het huis heeft gebrand. Er is een laag over de herinneringen gekomen.”

‘Als je over dingen vertelt of schrijft, kunnen ze van betekenis veranderen. Dé waarheid is iets moeilijks.’

“De werking van het geheugen fascineert me. Als je over dingen vertelt of schrijft, kunnen ze van betekenis veranderen. Dé waarheid is iets moeilijks. Ik ben ervan overtuigd dat je jezelf verhalen kan vertellen die niet per se zo gebeurd zijn – zoals mijn moeder. Sommige herinneringen uit mijn jeugd waren zo onwaarschijnlijk dat ik er later aan heb getwijfeld. Ik vertelde er niet snel over omdat ik bang was om gecatalogeerd te worden als fantast. Zoals mijn moeder in haar verzinsels geloofde, zo wilde ik niet gezien worden. Tijdens het schrijven ging ik dingen checken. Ik sprak mensen die destijds hebben gezien hoe mijn moeder inderdaad op haar blote voeten onze auto de Leie in wilde duwen.”

Overlevingsstrategie. “Het schrijven op zich was niet therapeutisch. Ik had altijd een andere overlevingsstrategie. Voor mij is regelmaat nog steeds een tegengif voor de chaos in mijn hoofd. Het is wat gek dat ik als producer ging werken, want dan doe je niets anders dan branden blussen. Maar ik heb vroeg geleerd dat je de dingen in het leven op een zekere manier kan controleren, door ze te timen of in te delen, en het belangrijke van het minder belangrijke te onderscheiden. Hoewel ik in intuïtie geloof – vandaar het belang van die eerste ochtendgedachte – vind ik dat je problemen kan oplossen door erover na te denken. Ik heb geen aanleg voor depressie, maar in het leven zijn er periodes van hoogland en laagland. In periodes van laagland beschermt gedisciplineerd werken je tegen dat laagland. Ook nu ik met pensioen ben, zal ik mijn tijd blijven indelen. Net omdat je een zee van tijd hebt, moet je die structureren.”

‘Als je veertig jaar samen bent, word je weleens verliefd op een ander. Het gaat erom wat je ermee doet.’

“In het boek heeft Elly een andere overlevingsstrategie. Ze blijft haar geliefde gebruiken als hefboom om vooruit te geraken. In de roman is de ontrouw gebaseerd op eigen ervaring, maar mijn man weet waar de fictie begint en de waarheid stopt. Als je veertig jaar samen bent, word je weleens verliefd op een ander. Het gaat erom wat je ermee doet. In Gent zeggen ze dat je elkaar wat koord moet geven. Zoals bij een vlieger. Als je die te kort en strak houdt, stort die neer.”

Top

Kunsttijdschrift Vlaanderen, Jooris van Hulle, 08/12/2020

Dit boek is een leugen, met de raadselachtige waarheid op schoot’: zo luidt het in een vooraf aan ‘Blauw dat wemelt’, de debuutroman van VRT-medewerkster Inge Sierens. In de dankbetuiging achteraan in het boek gaat ze er verder op in: ‘dat betekent niet minder dan dat ik zaken onthul die voor mensen in  mijn omgeving herkenbaar zijn. Ik verontschuldig mij uitdrukkelijk als ze zouden vinden dat ik mijn geliefde doden onrecht aandoe. Ondanks alles is ‘geliefd’ hier het sleutelwoord.’ (p.277)
Hoofdpersonage in de roman is de 55-jarige Elly, die in 2015 (de jaren waarop een deeltekst betrekking heeft, worden telkens bij het begin ervan aangeduid) terugkijkt op de ‘kantelmomenten’ van haar leven. Mooi aan het geheel is dat Sierens haar roman niet in een rechttoe rechtaan kader heeft geplaatst. Herinneringen worden in een gebroken tijdlijn aangereikt, of zoals het luidt op p.76: ‘Natuurlijk schuift het geheugen in lagen over de oorspronkelijke herinneringen en is het onmogelijk om een verre gebeurtenis te zien zoals ze zich op het moment zelf afspeelde.’ Op die manier vraagt Sierens van haar lezers een doorgedreven inspanning om zo zelf te gaan ontdekken wat het een verbindt met het ander, waar waarheid overloopt in fictie. Elly slaagt erin met open vizier de confrontatie aan te gaan met haar verleden. Brandpunt erin is het jaar 1990, ‘ze had haar broers nooit verteld over haar inzinking (…) En dat deed ze ook nu  niet, al was dat een kantelpunt geweest  in haar leven. (…) Ze had met scha en schande geleerd om niet al te vaak over de gebeurtenissen van thuis te praten.’ (p. 134)  Wat eraan voorafging en wat nadien is voorgevallen, wordt gaandeweg de blik achteruit duidelijk gemaakt: de moeder van Elly die op zijn minst gezegd een ‘afwijkend’ gedrag vertoonde (ze ging begin de jaren ’80 in therapie bij de omstreden Steven de Batselier in Leuven), de vader die de verantwoordelijkheid voor een gezin van vijf mensen niet aankon (hij is bankbediende en sluit zich ’s avonds in zijn bureau op om aan zijn romans te werken – wordt hier autobiografisch verwezen naar Frans Sierens??), de relatie die Elly als zestien- zeventienjarige had met de 10 jaar oudere Adam, die in 1990 weer in haar leven opduikt, de dood van haar moeder …. Het convergeert allemaal in dat jaar 1990, het jaar waarin Elly het op zeker moment zelf niet meer ziet zitten, maar dan toch weer kan terugvallen op haar man Jan en haar zoontje Oscar. 
‘Blauw dat wemelt’ -de titel verwijst naar een moment in 1990, als Elly voor het zwembad staat en woorden tracht te vinden om ‘de magische, ongrijpbare vlekken in wemelend blauw te beschrijven. Ze komt niet verder dan blauw. Dat wemelt.’ (p.213)- is een roman die de auteur dicht op de huid zit, maar door de doordacht aangepakte uitwerking (zo wordt af en toe verwezen naar films die Elly uit hoofde van haar job op de omroep ondertitelt) en opbouw het louter persoonlijke overstijgt.

Top